Roland Garros – Parijs, het gravel dat dromen vermaalt en legenden vormt. Onder een hemel vol belofte en spanning voltrok zich op vrijdag een titanengevecht tussen de eeuwige krijger Novak Djokovic en de koele, onwankelbare Jannik Sinner. In een wedstrijd waar elke slag een hoofdstuk was in hun gezamenlijke geschiedenis, was het de 23-jarige Italiaan die als overwinnaar het slagveld verliet: 6-4, 7-5, 7-6 (3). Zijn beloning? Een finaleplaats tegen Carlos Alcaraz, de vurige Spanjaard met het hart van een stierenvechter.
Djokovic, 38 lentes jong maar getekend door duizenden veldslagen, wilde in Parijs zijn vijfentwintigste grandslamtitel veroveren. Maar zijn lichaam, eens onbuigzaam, fluisterde dat de tijd tikt. In zijn schaduw groeide Sinner, stil en standvastig, tot een bastion van vastberadenheid. Oerdegelijk, zoals een oude eik die stormen trotseert, bezweek hij niet onder de druk. Op de momenten dat het ertoe deed, was hij net iets helderder, net iets scherper, net iets… meer.
In de eerste set greep hij bij 2-2 zijn eerste kans met beide handen aan. Zijn opslag werd een onneembare vesting – slechts drie punten gunde hij Djokovic op eigen service. In de tweede set vocht de Serviër terug, zijn blik donker, zijn wil ongebroken. Maar ook daar stond Sinner als een muur. Zelfs toen Djokovic terugbrak naar 5-5, verloor hij opnieuw zijn service – als een schip dat ondanks al zijn ervaring op de klippen loopt.
De derde set werd een uitputtingsslag, een duel dat zich afspeelde op het snijvlak van wilskracht en uithoudingsvermogen. Met tape om zijn knie en een fysiotherapeut in de coulissen probeerde Djokovic de tijd nog één keer terug te draaien. Maar in de tiebreak werd hij ingehaald door het heden – Sinner’s heden. Jong, fris, compromisloos.
De oude koning boog, de nieuwe stond op.
De vurige Alcaraz en het gebroken hart van Musetti
Carlos Alcaraz, de verdediger van de Parijse troon, kende een hobbelige weg naar de finale. Tegen zijn landgenoot Lorenzo Musetti begon hij als een dichter zonder ritme. De eerste set verloor hij – 4-6 – en het leek alsof het vuur in hem dof begon te branden.
Maar zoals vaak bij Alcaraz kwam het vuur terug, brandend vanbinnen. In een zenuwslopende tiebreak van de tweede set toonde hij zijn ware gezicht – vastberaden, ontembaar, magisch. Wat volgde was een demonstratie van kracht en genade. Met 6-0 en 2-0 in de derde en vierde set brak hij niet alleen Musetti’s verzet, maar ook diens lichaam. Een pijnlijke blessure aan de lies dwong Musetti tot opgave, en met een mengeling van triomf en verdriet nam Alcaraz het applaus in ontvangst.
„Het is nooit fijn om zo te winnen,” sprak hij met een brok in de keel. „Maar Musetti is een groot kampioen. Hij verdient niets dan respect.”
Alcaraz, nog geen 23 jaar oud, jaagt nu op zijn vijfde grandslamtitel. Roland Garros (2023), Wimbledon (2023, 2024), US Open (2022) – en nu opnieuw de eindstrijd in Parijs. Daar wacht hem Sinner, zijn evenknie, zijn spiegelbeeld, zijn rivaal.
Zondag wordt geen finale. Het wordt een epos.
Twee jonge titanen. Eén troon. Eén graveltempel. De toekomst van het tennis wordt daar geschreven – bal voor bal, slag voor slag, hartslag na hartslag.