Kabinet foto

Potsierlijk akkoord bevestigt beeld dat politici alleen met zichzelf bezig zijn

Wéér een verkiezingscampagne vol moddergooien, wéér een eindeloze formatie, en wéér géén echte oplossingen. In Nederland lijkt politieke verlamming inmiddels de norm. Met nieuwe verkiezingen op komst wordt pijnlijk duidelijk dat de afstand tussen de Haagse politiek en de samenleving alleen maar groter is geworden.

Ondanks jarenlange beloftes dat politici zouden luisteren naar onvrede onder kiezers, verandert er in de praktijk vrijwel niets. Rapporten stapelen zich op, het vertrouwen blijft dalen. Twee jaar geleden vond 79 procent van de kiezers dat politici vooral met zichzelf bezig waren. Nu is dat zelfs 81 procent, aldus I&O Research. En het vertrouwen dat een nieuw kabinet wel iets oplost? Dat is gedaald van 20 naar slechts 11 procent.

Cultuurhistoricus René Cuperus, medeauteur van het rapport Atlas van afgehaakt Nederland, legt uit dat veel Nederlanders zich niet gehoord voelen door de traditionele partijen. In plaats van werkelijke oplossingen stemmen steeds meer mensen op partijen als PVV, BBB, NSC of eerder Forum voor Democratie. Niet zozeer uit overtuiging, maar als wanhoopskreet richting de gevestigde orde. “Kiezers zeggen feitelijk tegen de middenpartijen: doe eindelijk eens wat met de problemen rond migratie en integratie.”

Toch blijven de Haagse partijen gevangen in hun eigen spel. Buitenlandse waarnemers verbazen zich al jaren over het eindeloze gepolder in Nederland. Formaties die maandenlang aanslepen, campagnetijd die uitmondt in jarenlange profilering, en een kabinet dat vervolgens amper knopen durft door te hakken. Ook kiezers zien dit. Ze krijgen de indruk dat partijen uitsluitend met hun eigen belang bezig zijn. En die indruk wordt nog eens versterkt als men ziet hoe de echte problemen blijven liggen.

Gerdi Verbeet, voormalig Kamervoorzitter, waarschuwt dat politici alleen nog bezig lijken met het benadrukken van verschillen in plaats van het zoeken naar overeenkomsten. “Het elkaar zwartmaken is verschrikkelijk. Terwijl veel kiezers echt wel begrijpen dat samenwerking soms compromissen vraagt. Maar dan moeten politici wél het lef hebben om uit te leggen waarom dat nodig is.”

Hoe het ook kan, bewijst Duitsland. Daar sloten de sociaaldemocratische SPD en de christendemocratische CDU, ondanks hun fundamentele verschillen, binnen een maand een werkbaar regeerakkoord. Meteen werd het migratiebeleid aangescherpt en regelgeving voor bedrijven versoepeld. Het effect? Het vertrouwen van Duitse kiezers groeit weer. Een volwassen benadering van serieuze problemen, waarbij ideologische scherpslijperij even plaatsmaakt voor pragmatisch bestuur.

In Nederland daarentegen spelen de kabinets- en coalitiepartijen het oude toneelstuk vrolijk verder. Deze week nog, bij de verdeling van de opengevallen ministersposten na het vertrek van de PVV. Omdat partijen het onderling niet eens konden worden over wie het ministerie Asiel en Migratie zou mogen invullen, besloten VVD, NSC en BBB het ministerie simpelweg in drie stukken op te hakken. Een potsierlijke uitkomst die enkel de politieke onderhandelaren tevreden stelde, terwijl het electoraat opnieuw zag hoe Den Haag vooral met zichzelf bezig is.

De tragische conclusie: zolang de kabinets- en middenpartijen gevangen blijven in hun eigen politieke spel, blijft de kloof met de samenleving pijnlijk zichtbaar.