Nederland laat burgers stikken: geen schuilkelders, dus bouwen ze zelf maar bunkers

In een tijd waarin internationale spanningen oplopen en de dreiging van oorlog reëler lijkt dan ooit, blijft Nederland opvallend achter in de bescherming van zijn burgers. Terwijl landen als Finland en Duitsland investeren in schuilkelders en civiele bescherming, moeten Nederlanders het doen zonder enige vorm van collectieve schuilplaatsen. Het gevolg? Burgers nemen het heft in eigen handen en bouwen hun eigen bunkers.

Geen nationale schuilkelders

Sinds het einde van de Koude Oorlog heeft de Nederlandse overheid de bouw en het onderhoud van schuilkelders stopgezet. In 1990 werd de financiering voor deze voorzieningen definitief beëindigd.  Hoewel er tijdens de Koude Oorlog nog ongeveer 100 kleinere en 72 grotere openbare schuilkelders waren, zijn deze inmiddels grotendeels buiten gebruik gesteld of omgevormd tot opslagruimtes en serverruimtes.

Burgers bouwen zelf

Met het ontbreken van overheidsmaatregelen voelen sommige burgers zich genoodzaakt om zelf actie te ondernemen. Gewapend met betonmolens, schop en YouTube-tutorials bouwen zij hun eigen bunkers.  Deze particuliere initiatieven variëren van eenvoudige ondergrondse ruimtes tot geavanceerde schuilplaatsen die bestand zijn tegen nucleaire, biologische en chemische aanvallen.

Internationale contrasten

Het contrast met andere landen is schrijnend. Finland beschikt over een uitgebreid netwerk van schuilkelders die plaats bieden aan miljoenen burgers.  Duitsland heeft plannen om bestaande ruimtes snel om te vormen tot schuilkelders en ontwikkelt apps die burgers naar de dichtstbijzijnde veilige plekken leiden.  In Nederland daarentegen ontbreekt het aan zowel infrastructuur als beleid.

Overheid wijst naar zelfredzaamheid

De Nederlandse overheid legt de verantwoordelijkheid voor bescherming bij de burgers zelf. Er wordt geadviseerd om noodpakketten aan te leggen met water, voedsel en andere essentiële benodigdheden om 48 tot 72 uur zelfstandig te kunnen overleven.  Critici, zoals advocaat en hoogleraar Geert-Jan Knoops, wijzen erop dat deze benadering onvoldoende is en dat de overheid haar plicht tot bescherming van burgers verzaakt.

Conclusie

In een wereld waarin de dreiging van oorlog en rampen toeneemt, blijft Nederland achter in de bescherming van zijn burgers. Zonder nationale schuilkelders en met een overheid die de verantwoordelijkheid bij de burgers legt, zijn Nederlanders op zichzelf aangewezen. Het is hoog tijd voor een herziening van het beleid en investeringen in collectieve bescherming.