Israëlische soldaten verklaren dat zij opdracht kregen om te schieten op ongewapende Palestijnen die hulpgoederen probeerden te bemachtigen
In een onthullend artikel van de Israëlische krant Haaretz komen meerdere soldaten van de Israëlische defensiemacht (IDF) naar voren met ernstige beschuldigingen: ze zouden bevel hebben gekregen om gericht te schieten op ongewapende Palestijnen bij hulpposten in Gaza, zelfs als deze geen directe dreiging vormden.
De incidenten speelden zich af bij distributiepunten van de door de VS gesteunde Gaza Humanitarian Foundation (GHF), die slechts één uur per dag geopend zijn. Volgens de getuigen mochten soldaten gericht vuur openen als Palestijnen te vroeg verschenen of te lang bleven wachten. Er werd bewust geen gebruik gemaakt van niet-dodelijke middelen zoals traangas of waarschuwingsschoten.
“Ze worden behandeld als vijanden,” zegt een IDF-soldaat tegenover Haaretz. “Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen dreiging en hongerige burgers.”
Sinds de start van de GHF-operaties in mei zouden er ten minste 19 schietincidenten hebben plaatsgevonden bij hulppunten. Volgens cijfers van de Verenigde Naties zijn hierbij meer dan 410 Palestijnen omgekomen. De GHF ontkent dit en stelt dat de cijfers onjuist zijn, maar hulporganisaties ter plaatse, zoals Artsen zonder Grenzen, spreken van een humanitaire ramp.
Volgens de soldaten is er binnen de IDF sprake van een “ethische instorting”. Meerdere militairen worstelen met de morele implicaties van hun bevelen. De Israëlische militaire autoriteiten onderzoeken nu of de bevelen en acties in strijd zijn met het internationaal recht en mogelijk als oorlogsmisdaden kunnen worden geclassificeerd.