De 20-jarige Christin van B. uit Steenwijk is op dinsdag 6 mei 2025 vrijgesproken van het doden en verbergen van haar pasgeboren baby. Het lichaam van het kindje werd enkele dagen na de geboorte op haar kamer in een vuilniszak aangetroffen. De rechtbank in Zwolle oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om haar te veroordelen voor doodslag of het wegmaken van het lijkje.
Achtergrond van de zaak
In de nacht van 16 op 17 augustus 2023 beviel Christin van B. op haar slaapkamer in het ouderlijk huis van een meisje, dat ze Angel noemde. Volgens haar verklaring wist ze niet dat ze zwanger was. Na de bevalling zou ze even het bewustzijn hebben verloren en bij het bijkomen constateerde ze dat het kindje niet ademde. Ze wikkelde het lichaam in een vuilniszak en verborg het op haar kamer.
Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) stelde vast dat de baby na de geboorte had geademd, maar kon geen definitieve doodsoorzaak vaststellen. De officier van justitie meende dat Christin verantwoordelijk was voor de dood van haar kind en eiste een gevangenisstraf van veertig maanden, waarvan twintig voorwaardelijk.
Oordeel van de rechtbank
De rechtbank oordeelde dat er geen overtuigend bewijs was dat Christin van B. haar baby opzettelijk had gedood of het lichaam bewust had verborgen. Daarom werd zij vrijgesproken van beide aanklachten.